Rechter

De rechter vervult een belangrijke rol bij bemiddeling. Hij kan daarvoor samenwerken met andere professionele actoren in de procedure zoals de parketmagistraat, de advocaat en de griffier.

 

Zijn tussenkomst is mogelijk bij de start, tijdens het verloop en bij het afsluiten van de bemiddeling.

 

De rechter informeert de partijen over bemiddeling, als mogelijkheid om met de hulp van een bemiddelaar hun geschil zelf op te lossen.

 

Indien de partijen kiezen voor bemiddeling verwijst de rechter hen naar een bemiddelaar.


Indien een bemiddelingsakkoord tot stand komt, kan de rechter dit akkoord homologeren. Dit houdt een bekrachtiging in van het akkoord en maakt de naleving ervan in rechte afdwingbaar.

 

Voor meer gedetailleerde informatie over deze taak van de rechter  wordt verwezen naar het boek “Bemiddeling en rechtspraak hand in hand. Wegwijs voor de rechter” (S. De Bauw en B. Gayse, die Keure, 2009, 231 pagina’s).

 

Bij een vrijwillige bemiddeling (artikelen 1730-1733 Ger.W.) doen partijen op eigen initiatief beroep op een bemiddelaar. Dit kan zowel vóór, tijdens als na een gerechtelijke procedure.

 

In dat geval is er geen tussenkomst van de rechter bij het aanwijzen van de bemiddelaar.

 

De partijen kiezen in gezamenlijk akkoord een bemiddelaar.

 

Bij het van start gaan van een bemiddeling ondertekenen de bemiddelaar en de partijen een bemiddelingsprotocol. Dit protocol (artikel 1731, §2 Ger.W.)bevat een aantal verplichte wettelijke vermeldingen. De spelregels en de kostprijs van bemiddeling alsook het voorwerp van discussie worden daarin opgenomen. Tevens wordt herinnerd aan de basisprincipes van bemiddeling : vrijwilligheid en vertrouwelijkheid (artikel 1728 Ger.W.).

 

Bij een gerechtelijke bemiddeling (artikelen 1734-1737 Ger.W.) kan de rechter in principe in elke stand van het geding, op gezamenlijk verzoek van de partijen of op initiatief van één partij met akkoord van de andere partij, een bemiddeling bevelen (artikel 1734, § 1, eerste lid Ger.W.).

 

Tijdens een gerechtelijke bemiddeling kan de rechter zelf een actieve rol opnemen en kan hij -indien  hij het nuttig acht- doorverwijzen. Hij stelt de partijen dan voor om zelf op een minnelijke wijze hun geschil op te lossen met de hulp van een bemiddelaar. De rechter kan dit enkel doen indien het geschil wettelijk het voorwerp kan zijn van bemiddeling (artikel 1724 Ger. W.) De rechter controleert of partijen eventueel gebonden zijn door een bemiddelingsbeding (artikel 1725 Ger. W.)

 

In bepaalde familie- en jeugdzaken is de rechter verplicht de partijen over bemiddeling te informeren.

 

Ofwel geeft hij zelf deze informatie summier mee, ofwel verwijst hij door naar andere informatiekanalen (zoals bv. een permanentie van bemiddelaars in de rechtbank, een bemiddelingsorganisatie/-vereniging, een bemiddelaar) voor een mogelijk grondiger toelichting.

 

De rechter geeft de partijen de nodige informatie over:

  • wat bemiddeling is welke voordelen en mogelijkheden bemiddeling voor hen biedt
  • wat vertrouwelijkheid betekent (vrij praten)
  • wat de kostprijs van bemiddeling is (vrij regelen); onder bepaalde voorwaarden is bemiddeling kosteloos omdat rechtsbijstand wordt  verleend
  • wat de gevolgen zijn voor hun lopende gerechtelijke procedure
  • hoe een bemiddelaar te kiezen uit de door de Federale Bemiddelingscommissie opgestelde lijst van erkende bemiddelaars (vrij kiezen).

De rechter moet het basisprincipe van de vrijwilligheid (vrij beslissen) inzake bemiddeling respecteren. Hij mag geen druk uitoefenen op de partijen om te kiezen voor het bemiddelingstraject.