Richtlijnen

Een kandidaat-bemiddelaar die een erkenning van bemiddelaar wenst te bekomen, dient hiertoe bij het secretariaat van de Federale Bemiddelingscommissie, een aanvraag in met een dossier dat de volgende stukken moet bevatten:

 

  1. Een brief van aanvraag tot erkenning gericht aan de voorzitter van de Commissie met vermelding van het soort bemiddeling waarvoor hij wenst erkend te worden.
    Deze wordt gehecht met een sollicitatiebrief die die de redenen van zijn aanvraag uitlegt alsook zijn affiniteiten met de zake waarvoor een aanvraag wordt ingediend en zijn motivatie.
    Per soort bemiddeling moet een afzonderlijke aanvraag ingediend worden met een volledig dossier zoals hierna vermeld (kopieën zijn voldoende behoudens voor de eigen verklaringen van de kandidaat).
     
  2. Curriculum Vitae, met vermelding van het op het ogenblik van de aanvraag uitgeoefend beroep.
     
  3. Uittreksel uit het strafregister (voor de kandidaat-bemiddelaar in familiale zaken een uittreksel nr. 2) daterend van maximum 2 maand voor de datum van indiening van de aanvraag.
     
  4. Verklaring op eer dat hetzij geen tuchtsanctie of administratieve sanctie voorheen werd opgelopen, hetzij met vermelding van de voorheen opgelopen tuchtsancties of administratieve sancties; voor de bemiddelaars die deel uitmaken of uitgemaakt hebben van een op grond van de wet georganiseerde orde of instituut met eigen tuchtbeleid, een attest van de bevoegde tuchtoverheid hetzij met melding dat geen tuchtsancties of administratieve sancties werden opgelopen, hetzij met vermelding van de voorheen opgelopen tuchtsancties of administratieve sancties.
     
  5. Een attest waaruit blijkt dat hij een door de Federale Bemiddelingscommissie erkende vorming, georganiseerd door een door de Federale Bemiddelingscommissie erkende instantie, gericht op het soort bemiddeling waarvoor de aanvraag wordt ingediend, heeft gevolgd.
    Bij gebreke een dossier met stavingstukken betreffende andere voor de bemiddelingspraktijk passende vorming of verworven ervaring, die als evenwaardig kan worden beschouwd*.

    * Door de wijziging van de wet van 18 juni 2018 is dit ervaring criterium niet langer van toepassing vanaf 1 januari 2019.
     

  6.  Een afschrift van een bekomen diploma waaruit blijkt dat een opleiding van bachelor of gelijkwaardig met vrucht werd gevolgd, of, voor kandidaat-bemiddelaars die een beroep uitoefenen dat slechts mits bekomen van dergelijk diploma of een hoger diploma kan worden uitgeoefend, minstens een attest waaruit het uitgeoefend beroep blijkt, alsook een bewijsstuk waaruit minstens twee jaar professionele ervaring blijkt, ofwel, bij gebreke aan voorlegging van een attest van opleiding, bewijsstukken waaruit minstens vijf jaar professionele ervaring blijkt.
     
  7. Een attest waaruit blijkt dat de activiteit van bemiddelaar door een professionele aansprakelijkheidsverzekering is gedekt, of minstens een attest van een erkend verzekeraar waaruit blijkt dat deze professionele aansprakelijkheid zal gedekt zijn vanaf de toekenning van de titel van erkend bemiddelaar.
     
  8. Een verklaring waarbij hij zich ertoe verbindt de Deontologische Code opgesteld door de Federale Bemiddelingscommissie te eerbiedigen, en de permanente vorming te volgen waarvan het programma erkend is door de Federale Bemiddelingscommissie.
     
  9. Een toelating voor de bewaring en de verwerking van zijn persoonlijke gegevens vermeld in het privacybeleid van de Federale Bemiddelingscommissie in het kader van hun wettelijke opdrachten.

     

PDF :

inventaris_aanvraag_tot_erkenning_1.pdf

richtlijnen_voor_indiening_van_een_dossier_2021.pdf

criteria_voor_erkenning_van_bemiddelaars_2021.pdf