Beroepsgeheim

De partijen in bemiddeling verbinden er zich schriftelijk toe om de vertrouwelijkheid te eerbiedigen van al wat gezegd, geschreven en ontworpen wordt, behoudens andersluidend akkoord.

 

Alles wat voor het eerst tijdens een bemiddeling gezegd of uitgewisseld wordt (documenten, e-mails, ...) is strikt vertrouwelijk. De documenten en gesprekken kunnen niet gebruikt worden in een gerechtelijke, administratieve of arbitrale procedure en gelden nooit als bewijs.

Indien een partij het geheim van de gesprekken schendt, kan die partij veroordeeld worden tot het betalen van een schadevergoeding. Deze verplichting tot vertrouwelijkheid kan enkel worden opgeheven met toestemming van alle partijen. De bemiddelaar heeft een strafrechterlijk gesanctioneerd beroepsgeheim en kan bijgevolg nooit als getuige worden opgeroepen.

 

Nochtans kan de bemiddelaar nooit toelaten dat van de vertrouwelijkheid en zijn beroepsgeheim in bemiddeling zou misbruikt worden om kennelijk met de openbare orde strijdige toestanden verborgen te houden, laat staan het verder bestaan ervan in stand te houden of te bevorderen door het bemiddelingsresultaat. Indien dergelijke omstandigheden zich zouden voordoen, zal de bemiddelaar de bemiddeling onmiddellijk beëindigen, zonder daarover tegenover partijen verantwoording te moeten afleggen.

 

De bemiddelaar is onderworpen aan het beroepsgeheim als voorzien bij artikel 458 van het strafwetboek, dat voorziet in correctionele straffen voor beroepsuitoefenaars onderworden aan geheimhouding. De advocaten van de partijen zijn aan dezelfde geheimhoudingsplicht onderworpen (artikel 458 strafwetboek).

 

Wat de partijen aangaat, is het hen verboden elementen naar buiten te brengen, informatie of voorstellen, dan wel enig aanbod gedaan in het kader van en voor de noden van de bemiddeling. Het spreekt voor zich dat elk document dat voorafgaand aan de bemiddeling reeds bestond niet gedekt wordt door de vertrouwelijkhied: alleen de informatie en documenten opgesteld in functie van het bemiddelingstraject moeten vertrouwelijk blijven.

 

Indien een partij deze regel overtreedt, kan zij door een rechter veroordeeld worden tot het betalen van een schadevergoeding. In ieder geval, indien na een mislukte bemiddeling een procedure moet gevoerd worden voor een rechtbank of een arbiter, moet de rechter of de arbiter dergelijke documenten weren, zo deze hem zouden worden overgelegd. De derden, die geroepen worden desgevallend om tussen te komen in een bemiddeling, zoals experten (architecten, accountants, ingenieurs...) zijn eveneens aan de geheimhouding onderworpen.

 

Indien niettemin de homologatie van een in bemiddeling onderschreven akkoord een probleem zou stellen voor de rechter voor de homologatie ervan, kan de geheimhouding worden opgeheven, doch uitsluitend met het akkoord van alle partijen.


Het verloop van de bemiddeling is vertrouwelijk. Dit betekent dat, behoudens de betrokken partijen en de bemiddelaar, geen enkele andere persoon kennis heeft van de feiten rond hun geschil, van het verloop van de zittingen en de uitkomst van de bemiddeling. Deze vertrouwelijkheid betekent een onmiskenbaar voordeel, in het bijzonder voor het zakenleven.