Vrijwillig

De vrijwillige bemiddeling is geregeld bij de artikelen 1730 tot 1733 van het Gerechtelijk Wetboek. Voor, tijdens of na een gerechtelijke procedure, kunnen de partijen in gemeen akkoord ervoor kiezen om in bemiddeling te gaan buiten de tussenkomst van een rechter.

 

De partijen kunnen dus zonder zich tot de rechter te richten akkoord gaan om in bemiddeling te gaan, of ze nu al dan niet reeds partij zijn in een proces. Hun engagement wordt geconcretiseerd door de ondertekening van een bemiddelingsprotocol dat een zeker aantal wettelijke vermeldingen bevat (bedoeld om het voorwerp van het geschil, alsook de modaliteiten van de organisatie, de duur en de kost van de bemiddeling vast te keggen) en door een bemiddelaar te kiezen, die erkend is door de Federale Bemiddelingscommissie.

 

Deze wettelijke vereisten laten partijen, die dat wensen, toe om hun bemiddelingsakkoord te onderwerpen aan de homologatie van een rechtbank. Deze homologatie verleent aan de partijen een uitvoerbare titel.

 

U heeft gelezen dat de bemiddeling, indien ze vrijwillig is op elk ogenblik kan plaatsvinden, zij voor het proces, gedurende het geding, of zelfs na het proces. Wees er daarentegen van bewust dat indien de bemiddeling werd aanbevolen door de rechter, hij voor zich in alle ernst ook zal evalueren of indien het geschil aan zijn wijsheid werd, het een oplossing zou krijgen die wellicht evenwichtiger en rechtvaardiger zou zijn, zo beide partijen er geheel vrij over konden discussiëren.

 

Wat de vrije bemiddeling aangaat, heeft u dus goed begrepen dat het de twee personen zijn, die het geschil beleven, die zich rond de tafel scharen om te discussiëren en te trachten om een oplossing te vinden, die aanvaardbaar weze voor de ene en de andere.