Veelgestelde vragen

Onderwerp: Bemiddelaar

  • Een bemiddeling opstarten

    Indien de bemiddeling contractueel werd overeengekomen, dient de bemiddeling verplichtend een aanvang te nemen volgens de contractueel overeengekomen regels.


    Indien de bemiddeling niet contractueel werd overeengekomen, zal een voorstel moeten gedaan worden aan de andere partij. Deze is vrij om het voorstel te aanvaarden of te verwerpen. Na aanvaarding, moet men overeenkomen over de keuze van bemiddelaar.

     

    Deze principes van vrijheid tot aanvaarden van bemiddeling en de keuze van de bemiddelaar gelden evengoed wanneer een bemiddeling bevolen wordt door de rechter. Dit bevel is wel afhankelijk van de bereidheid van de partijen tot bemiddelen.

     

    Ongeacht hoe de bemiddelaar werd aangesteld, zal hij de partijen uitnodigen om een bemiddelingsprotocol op te stellen. Pas na ondertekening daarvan kan de onderhandeling in bemiddeling beginnen.

  • Waarom moet een bemiddelaar permanente vorming volgen

    Het is aangewezen om als bemiddelaar permanente vorming te volgen:

     

    • om de kennis en vaardigheden als bemiddelaar te onderhouden en te actualiseren
    • om de ontwikkelingen op het gebied van bemiddeling verder op te volgen

     

    De uren permanente vorming kunnen gespreid over een periode van twee jaar verworven worden, maar gelet op het bovenstaande is het wenselijk om ieder jaar zich bij te scholen.

     

    Daarbij zorgt de bemiddelaar best dat er een goed evenwicht is tussen theoretische en praktijklessen en gelet op zijn beroepsachtergrond voldoende psychologische of juridische vakken aan bod komen.

  • Wat kost een bemiddelaar

    Een bemiddeling is in principe niet gratis. Een professionele bemiddelaar zal uiteraard een vergoeding vragen. De kostprijs van een bemiddeling hangt af van de geleverde diensten, de duurtijd van het bemiddelingstraject, het aantal partijen, het ereloon en de bijkomende kosten van de bemiddelaar De meerderheid van de bemiddelaars werkt volgens een uurtarief per gepresteerd uur. Dit tarief kan schommelen naargelang de ingewikkeldheid van het geschil. Het is belangrijk zich op voorhand goed in te lichten, niettegenstaande de bemiddelaar verplicht is om zijn tarief te vermelden in het bemiddelingsprotocol.

  • Wie bepaalt de duur van een bemiddeling

    De partijen bepalen in samenspraak met de bemiddelaar de verwachte duur van de bemiddeling, alsook de kalender volgens het gewenste ritme van de onderhandelingen. De werkelijke duur van de bemiddeling zal afhangen van de samenwerking onder partijen om tot een oplossing te komen of een einde te stellen aan de bemiddeling op initiatief van de ene of de andere partij. Zo kan een bemiddeling slagen of stranden in twee uur tijd of gespreid zijn over meerdere weken, zelfs maanden.

  • Wie kiest de bemiddelaar

    Partijen kiezen in alle vrijheid zelf hun bemiddelaar, ook bij een gerechtelijke bemiddeling. Omdat ze het volstrekte vertrouwen moeten hebben in de bemiddelaar kunnen partijen zich in hun keuze laten bijstaan door hun advocaten organisaties van bemiddelaars.

  • Wie lost het geschil op

    Doordat de bemiddelaar neutraal is doorheen het hele traject, begeleid hij alleen maar de partijen, die zelf op zoek gaan naar de oplossing van hun geschil. Zodoende is de oplossing een akkoord op maat gesloten tussen de partijen zelf, in voorkomend geval bijgestaan door hun raadgevers (advocaat of syndicaal afgevaardigde).

  • Wie neemt initiatief

    De instap in een bemiddelingstraject is in bijna alle omstandigheden mogelijk en kan op zeer eenvoudige wijze gebeuren. Immers voorziet art. 1730 Ger.W. dat elke partij, onverminderd elke gerechtelijke of arbitrale procedure, voor, tijdens of na een rechtspleging aan de andere partijen mag voorstellen om een beroep te doen op de bemiddelingsprocedure. Dit impliceert een zeer grote vrijheid van initiatief nemen met daaraan gekoppeld een even grote vrijheid voor de betrokken partij(en) om daarop al dan niet in te gaan.

Onderwerp: Bemiddeling

  • Bestaan er verschillende soorten bemiddeling

    De wet erkent twee soorten bemiddeling: de vrijwillige bemiddeling en de gerechtelijke bemiddeling.

    Wanneer de partijen een beroep doen op een professionele bemiddelaar, zonder tussenkomst van een rechter, spreekt men over vrijwillige bemiddeling. Wanneer de bemiddeling wordt bevolen door een rechter tijdens een procedure, spreekt men over gerechtelijke bemiddeling.
    Het is belangrijk erop te wijzen dat bemiddeling altijd op vrijwillige basis gebeurt, ook in het geval van gerechtelijke bemiddeling. Niemand kan worden verplicht tot deelname aan bemiddeling.

    Bemiddeling, ten slotte, kan worden gebruikt in een burgerlijke, handels-, sociale of familiale context. Bemiddeling is immers op zeer veel gebieden toepasbaar.

  • In welke zaken kan men een beroep doen op bemiddeling

    In bijna alle gevallen kan men een beroep doen op bemiddeling. De wet somt de verschillende domeinen op:

    - elk geschil dat vatbaar is om te worden geregeld via een dading, bijv. burenconflicten, conflicten tussen huurders en verhuurders, schadevergoedingen;

    - geschillen betreffende het personenrecht (alimentatiegelden, hoederecht over de kinderen, deling van de ouderlijke bevoegdheid);

    - geschillen over het wettelijk of feitelijk samenwonen;

    - echtscheiding op grond van bepaalde feiten, echtscheiding door onderlinge toestemming, scheiding van tafel en bed en omzetting van de scheiding van tafel en bed in scheiding.

  • Wat is bemiddeling

    Het woord ‘bemiddeling’ dekt heel wat verschillende ladingen; het begrip wordt net zo vaak fout gedefinieerd als gebruikt. Bij wijze van voorbeeld: ombudsmannen bij overheidsbedrijven, de federale ombudsman, bemiddelaars in strafrechtelijke zaken, schuldenbemiddelaars, … regelen geschillen op een heel andere manier dan diegene die wordt bepaald in het Gerechtelijk Wetboek.

    De bemiddeling waar wij het over hebben is een vrijwillig en vertrouwelijk proces voor het beheer van conflicten waarbij de partijen een beroep doen op een onafhankelijke en onpartijdige derde, de bemiddelaar. Zijn taak bestaat eruit de partijen te helpen om zelf, met volledige kennis van zaken, tot een billijke overeenstemming te komen die de behoeften van alle interveniërende partijen respecteert.

    Bemiddeling is waarschijnlijk een van de oudste en meest natuurlijke manieren om conflicten op te lossen. Elk van ons is ongetwijfeld al meerdere keren tussenbeide gekomen als bemiddelaar, misschien zelfs onbewust, bijvoorbeeld om een ruzie op te lossen.

    Bemiddeling, wanneer die in de betekenis van de wet van 21 februari 2005 door beroepsmensen wordt uitgevoerd, verzekert de juridische veiligheid van de engagementen die eraan verbonden zijn.

  • Wat is het doel van bemiddeling

    Het uiteindelijke doel van bemiddeling is om tot een akkoord te komen om het geschil af te sluiten. Het bemiddelingsakkoord is meestal schriftelijk en bekrachtigt dat wat werd overeengekomen tussen de partijen.

    Het woord akkoord houdt in dat beide partijen het respecteren. Een bemiddeling gebeurt altijd op vrijwillige basis, en het is dus mogelijk dat ze afloopt zonder dat er een akkoord is.

  • Wat zijn de voordelen van bemiddeling

    Het is uiteraard veel interessanter om een conflict in der minne op te lossen. Ieder van ons is zich hiervan bewust door zijn eigen dagelijkse ervaring.

    Een gerechtelijke procedure leidt vaak tot een onherstelbare breuk in de betrekkingen, vooral in conflicten met personen uit onze onmiddellijke omgeving, zoals familie, buren of collega’s. Dit is grotendeels te verklaren door het afstandelijke, officiële en soms vijandige karakter van de procedure.

    Bij het overleg onder begeleiding van een bemiddelaar gaan de partijen samen op kalme en serene wijze op zoek naar een aanvaardbare oplossing voor hun conflict. Bovendien gebeurt dit in een gezellige en vertrouwelijke ruimte. Als de uiteindelijke oplossing door beide partijen wordt aanvaard, verhoogt dit de kansen op de toekomstige naleving ervan.

    Bemiddeling is dus goedkoper, sneller en aangenamer dan een gerechtelijke procedure.

Onderwerp: Professionele vereisten bemiddelaar

  • Ik heb meerdere erkenningen verkregen. Betekent dit dat ik voor elke erkenning permanente vorming dien te volgen

    Ongeacht het aantal erkenningen dat u verkregen heeft, hoeft u enkel éénmaal permanente vorming over een periode van 2 jaar te volgen.

    Niet enkel permanente vorming van algemene aard en eigen aan uw type van erkenning komt in aanmerking. Zo kan een bemiddelaar die erkend is in familiale zaken, een permanente vorming volgen  inzake burgerlijke en handelsgeschillen.

    Het feit dat een bemiddelaar voor de betrokken periode een uitgebreide bemiddelingspraktijk kan aantonen, ontslaat hem er niet van om te voldoen aan de verplichtingen van permanente vorming.

     

  • Komen de lesopdrachten en het schrijven van een artikel/boek tevens in aanmerking als permanente vorming

    Mits het indienen van een gemotiveerd dossier met de nodige stavingstukken, kunnen lesopdrachten en het schrijven van een artikel/boek in aanmerking worden genomen als permanente vorming.

    Bij lesopdrachten kunnen enkel de netto gegeven uren in aanmerking komen.

    De voorbereiding van de lesopdrachten (studie, opmaak documentatie, voorbereide vergaderingen,..) wordt niet aanzien als permanente vorming.

  • Komt elke opleiding in aanmerking als permanente vorming

    Iedere erkende vorming of georganiseerd door een erkende opleidingsinstantie, wordt automatisch in rekening gebracht.

    Iedere andere vorming moet een direct nut hebben voor de bemiddelingspraktijk rekening houdend met de professionele achtergrond van de bemiddelaar.

    Dit wil bijvoorbeeld zeggen dat een louter juridische opleiding, indien die niet is toegespitst op de bemiddelingspraktijk, niet in aanmerking komt voor juristen.

    Zo zal bijvoorbeeld ook een bijkomende opleiding sociologie of psychologie, die niet is toegespitst op de bemiddelingspraktijk, niet in aanmerking komt voor sociologen of psychologen.

    Het saldo van uren is niet overdraagbaar naar een volgende periode.

     

  • Wanneer moet een dossier ingediend worden voor de erkenning van permanente vorming

    Uiterlijk 31 januari van elk onpaar jaar en voor de eerste maal uiterlijk 31 januari 2011, dient de bemiddelaar spontaan het bewijs te bezorgen van het aantal gevolgde uren permanente vorming. Eveneens bezorgen de erkende bemiddelaars een nieuw attest waaruit blijkt dat zij gedekt zijn door een beroepsaansprakelijkheidsverzekering.

    Dit bewijs (een ondertekend aanwezigheidsattest) dient bezorgd te worden aan het secretariaat van de Federale Bemiddelingscommissie dat hiervoor aan de betrokkene een ontvangstbewijs aflevert. Indien een opleiding gevolgd werd, die niet reeds erkend is door de Federale Bemiddelingscommissie, dient de bemiddelaar naast het aanwezigheidsattest eveneens een gedetailleerd programma over te maken aan het secretariaat van de Federale Bemiddelingscommissie.

    Bemiddelaars die reeds voor de einddatum menen te voldoen aan de volledige vereiste van permanente vorming kunnen reeds hun dossier overmaken aan het secretariaat van de Federale Bemiddelingscommissie dat hiervoor aan de betrokkene een ontvangstbewijs aflevert.

    Gelet op het feit dat de oorspronkelijke beslissing betreffende de permanente vorming van 18 december 2008 in werking trad per 1 januari 2009, kunnen enkel opleidingen vanaf 1 januari 2009 in aanmerking komen als permanente vorming.

    Bij voorkeur worden dossiers elektronisch overgemaakt aan het secretariaat van de Federale Bemiddelingscommissie.

    Voor de eerste tweejaarlijkse periode (uiterlijk op 31 januari 2011) dienen de bemiddelaars erkend vóór 1 januari 2009 het bewijs neer te leggen van minimaal 18 uur permanente vorming. Voor bemiddelaars erkend in 2009 wordt het aantal te volgen uren herleid tot 9 uur permanente vorming. De bemiddelaars erkend in 2010 dienen voor de eerste maal uiterlijk op 31 januari 2013 het bewijs neer te leggen van minimaal 18 uur permanente vorming. Dezelfde principes gelden mutadis mutandis in de toekomst.

  • Wat dient begrepen te worden onder “intervisie” voor de permanente vorming

    Intervisie is het overleg van een aantal collega bemiddelaars met een min of meer vergelijkbaar niveau van opleiding en praktijkervaring, over door elk van hen verrichtte bemiddelingen. Vooraf worden de spelregels binnen de intervisie, de doelstellingen en de werkwijze afgesproken.

    Een intervisie kan enkel in rekening worden gebracht indien ze

    a) hetzij georganiseerd en gecontroleerd wordt door een erkende opleidingsinstantie

    b) hetzij indien ze met minstens vijf deelnemers plaatsvindt, waarvan de meerderheid erkende bemiddelaars zijn.

    Het aanwezigheidsattest met vermelding van het aantal uren wordt opgesteld en ondertekend door alle deelnemers.

    Intervisie en/of supervisie (punt 5) kunnen slechts voor 1/3 van de nodige uren (6 uren van de 18) in aanmerking komen voor permanente vorming.

     

  • Wat dient begrepen te worden onder “supervisie” voor de permanente vorming

    Elke bemiddelaar wordt in zijn praktijk soms geconfronteerd met moeilijkheden waardoor de continuïteit van de bemiddelingsgesprekken en het doen van goede interventies, in het gedrang dreigen te komen.

    De supervisie heeft in het bijzonder tot doel dat de bemiddelaar inzicht krijgt in het beter begrijpen van zijn persoonlijk functioneren als hij geconfronteerd wordt met conflicten en personen in conflict. Het helpt de bemiddelaar nadenken over zijn opgewekte indrukken, zijn weerstanden, zijn vooroordelen, zijn associaties, …

    De individuele supervisie is aangewezen voor een bemiddelaar die wenst na te denken over zijn interventies en zijn persoonlijk functioneren, om op deze wijze zijn persoonlijke en professionele actiemogelijkheden te verbreden.

    Supervisie en/of intervisie (punt 6) kunnen slechts voor 1/3 van de nodige uren (6 uren van de 18) in aanmerking komen voor permanente vorming.

    De collectieve supervisie richt zich tot meerdere erkende bemiddelaars, die wensen na te denken over hun professionele interventies die ze toepassen. De confrontatie tussen de diverse ervaringen in verband met genomen interventies leidt tot het delen van verschillende visies en een wederzijdse verrijking.

    De supervisie kan omkaderd worden door een bemiddelaar-opleider of door een externe expert, die beschikt over minstens een professionele ervaring van 10 jaar (aan te tonen door de voorlegging van een C.V.) hetzij in een bepaald deelaspect van bemiddeling hetzij in het geven van supervisies.

  • Wat gebeurt er als een bemiddelaar niet voldoet aan de vereiste van permanente vorming

    Indien de bemiddelaar geen dossier of een onvolledig dossier overmaakt, zal de Federale Bemiddelingscommissie de betrokkene binnen 6 maanden na ontvangst van het dossier of de voorziene uiterlijke vervaldatum voor het indienen van het dossier daarvan in kennis stellen.

    De voorzitter van de Federale Bemiddelingscommissie kan aan de betrokkene de mogelijkheid geven de situatie binnen een door hem bepaalde termijn te regulariseren.

    Indien het dossier niet (tijdig) wordt ingediend of het dossier onvolledig is en geen regularisatietermijn werd toegekend, zal de voorzitter van de Federale Bemiddelingscommissie per aangetekend schrijven de bemiddelaar laten weten dat zijn erkenning wordt ingetrokken, dat hij geschrapt wordt uit de lijst van erkende bemiddelaars en dat hij de titel van “erkend bemiddelaar” niet meer mag gebruiken.

    Bemiddelaars van wie hun erkenning op deze manier ingetrokken is, kunnen steeds opnieuw een erkenning aanvragen door een dossier in te dienen waaruit blijkt dat de ontbrekende uren permanente vorming vooralsnog werden gevolgd. Daarenboven dienen zij per volledig jaar dat zij geen erkend bemiddelaar meer waren, een bijkomende vorming aan te tonen van 9 u (met een maximum van 90 uur). Deze bijkomende vorming dient te beantwoorden aan de voorwaarden van dit reglement.

    In concreto dient een bemiddelaar van wie de erkenning werd ingetrokken, om het verleden te regulariseren een vorming te volgen ten belope van het aantal vereiste uren. Dit ontslaat de bemiddelaar evenwel niet van zijn verplichting inzake verantwoording van zijn permanente vorming voor de lopende toekomstige periode.